In 1995 regisseerde Jan Ritsema Kopnaad, de eerste theatertekst van de Belgische schrijver, dichter en essayist Stefan Hertmans. Deze voorstelling werd gemaakt in samenwerking met de componist Walter Hus en gespeeld door Eugène Bervoets, Kitty Kortes Lynch, Dirk Roofthooft en Johanne Saunier.
"In de woorden van vier personages - Lenz, Friedl, Eerste Vrouw en Tweede Vrouw - weerklinken de stemmen en gedachten van de dichters Friedrich Hölderlin, Jacob Lenz, Georg Trakl en Ernst Herbeck, van de filosoof Friedrich Nietzsche en van de historische figuur Kaspar Hauser. 
Zij hebben gemeen dat zij zich ooit in de sprakeloosheid van de waanzin hulden. Een waanzin die voor Hertmans geen ’geestesziekte’ is, maar een consequente vorm van maatschappelijk verzet. Waanzin als kritiek op het mechanistische, Westerse verlichtingsdenken. Waanzin als gevolg van het onvermogen de door dat denken gestructureerde ’normale werkelijkheid’ te accepteren. Sprakeloosheid als een manier om al het ondenkbare te denken. Misschien is waanzin zo gek nog niet."
(Programmaboekje:  PDF (2.7 Mio))
Voor de flyer van Kopnaad, zie: PDF (2.9 Mio)
Tekstfragment
Er zijn kinderen wie de engelen
de fontanel volschijten bij de geboorte
een witte schedelnaad is het gevolg
bij het verkreukelen van papier
gaan dergelijke kinderen al tot gillen over
er is geen huis mee te houden
ze hebben de huid onderhuids vol
bloedende vlinders zitten
ze zitten onder de moerbeiboom
en tellen de vleugels van insekten
ze springen in vijvers die rood
worden bij valavond
dat gebeurt
zoals het soms gebeurt
dat dode kippen eieren leggen 
in de bek van de vos
of hazen terugkruipen in de bek
van de wolf
er zijn er die verstikken
door het dichtschuiven van een gordijn
het zijn kinderen met een witte fontanel
de engelen doen het erom
ze delen sterren uit aan wie
er niet om vroeg
ze zingen liederen in het Hebreeuws
maar naast de talmoed hebben ze ook
de koran geleerd ze tellen de vleugels
van insekten of krassen cijfers
in het voorhoofd van een mens van slijk
het is niet eerlijk
wie met een witte fontanel geboren is
laat zich de droom niet volschijten
– Stefan Hertmans, Kopnaad, p. 47-48.
Over de voorstelling
’’Met deze voorstelling ga ik weer een stap verder. Wat ik maak, mag immers vooral niet op teater lijken. Ik hol dus van de ene teleurstelling naar de andere, want het lijkt toch altijd weer wel op teater. Ik begeef me graag op verboden terrein, want dat is riskant. Maar het gevaar is halfslachtig, want het is gewaagd van aan de waterkant. Ik word niet waanzinnig, de dichters uit de tekst wel.’’ 
(Interview Jan Ritsema, De Morgen, Geert Sels 5 april 1995).
Jan Ritsema maakte van Kopnaad een anarchistisch mozaïek: een zorgvuldig geconstrueerde opeenstapeling van verzuchtingen, citaten en bemerkingen waarin het volkse en het elitaire, het obscene en het verhevene nu eens met elkaar botsten, dan weer in elkaar overvloeiden. In een dialoog tussen twee mannen en twee vrouwen werden de historische hersenspinsels van deze figureren verweven. Ze hervonden hun betekenis in een nieuwe context en een nieuwe tijd. Waanzin en verwarring waren steeds weerkerende motieven in deze poëtische puzzel.
Met de titel Kopnaad verwees Stefan Hertmans naar de schedelnaad, de fontanel, die bij de dichters zogezegd niet dichtgegroeid zou zijn. Dit maakt hen kwetsbaar en gevoelig voor de afgrondelijke ervaring van de waanzin.
In een interview met Johan Reyniers, genaamd ’Nomaden over de grens van de taal’, vertelde auteur Stefan Hertmans dat hij Kopnaad niet meteen als een theatertekst in de strikte zin van het woord zag: "Er is geen dramatiek maar veeleer reflectie en poëzie in aanwezig. Bovendien bestaat de tekst niet echt uit dialogen, maar uit een soort antifonen. Er zijn ook geen klassieke personages; het zijn meer gestalten en types." (Tijdschrift Etcetera, Johan Reyniers 15 april 1995).
Met dit gegeven creëerde Jan een zogenaamd ’taalconcert’. Zoals de ondertitel: ’een compositie voor vier stemmen’ suggereert, leverden de stemmen van de acteurs samen een muzikaal samenspel op. Er werd dan ook niet gesproken over een ’ik’ op toneel: de vier stemmen waren afsplitsingen, uitingen van een gelijke stem met dezelfde ervaringen. Deze spraken direct tegen het publiek. Het ontbreken van een vierde wand, wat overigens bij al Jans voorstellingen het geval was, maakte Kopnaad zo aantrekkelijk - aldus Jan. Na de eerste gelukkige repetitieweken, waarin ze discussieerden over de betekenis van de tekst en wat met de tekst te doen, schreef Jan een brief over deze vier stemmen naar alle betrokkenen: PDF (3.9 Mio)
De vrouwenrollen werden vertolkt door Kitty Kortes Lynch en Johanne Saunier. Jan koos opzettelijk voor twee performers die van oorsprong niet Nederlandstalig waren. Zo bleef ’het vreemde’ van de taal, dat de tekst van Hertmans naar zijn idee bevatte, ook op scène aanwezig. Daarnaast correspondeerde het vertolken van een taal die je niet spreekt met een belangrijk onderdeel van Kopnaad, namelijk het uitdrukken van wat je niet kunt uitdrukken en de poging de dingen onder controle te houden. De moeite die zij hadden met de taal werd zodoende een bruikbare metafoor voor de waanzin en de zoektocht naar een manier om de wereld onder controle te krijgen. 
Dit vreemde - en het onderzoeken van dat wat niet uit te drukken valt - sprak Jan aan bij het ensceneren van de tekst. Zo vertelde hij ons: "Omdat ik met mijn oren regisseer, heb ik een soort animo voor ingewikkelde teksten. Die probeer ik dan op toneel zo helder mogelijk te maken." (Uit een gesprek met Jan Ritsema, 11 september 2021).
Toneelbeeld
De acteurs droegen opvallende kleding: een halflange jas met blote benen, een pak zonder overhemd, een blauwfluwelen japon met een (te) lange sleep en een witte lap omgebonden als minirok.
Voor het decor van Kopnaad werden de drie podia van het reeds bestaande decor van Philoktetes-Variaties hergebruikt. Op het linker podium bevond zich een groot bassin, waar Kitty Kortes Lynch halverwege de voorstelling in dook. Op het middelste podium stond een sparrenbos en rechts een kamer met een mini-kerstboompje. Dit decor ontwikkelde zich als een associatie op de tekst.


