"Bloesems als reusachtige druppels bloed overschaduwen het huis van een vader, een moeder, hun kinderen en een tante. Over de liefde van een broer en een zusje, hun obsessie en de verleidelijke schoonheid van de zee.
Mishima is in 1960, het jaar waarin hij Boom uit de tropen voltooit, op het toppunt van zijn roem. Hij is vijfendertig en heeft zijn literaire reputatie gevestigd met romans als Bekentenissen van een gemaskerde en Het Gouden paviljoen. Zijn toneelstukken worden gespeeld door het belangrijkste theatergezelschap van Japan. Zijn werk wordt vertaalt en verfilmd. Tien jaar later plegen Mishima en zijn vriend zelfmoord door harakiri. De dubbele zelfmoord is een in de Japanse literatuur veel voorkomend onderwerp en Mishima was er door geobsedeerd. Zoals in veel van zijn werk overheerst ook in Boom uit de tropen dit thema, de zelfgekozen dood uit liefde. Omdat de gedachte aan het verlies van de geliefde door de dood onverdragelijk is, lijkt samen sterven aanlokkelijker."
(Maandagenda van Toneelgroep Amsterdam, nummer 1, seizoen 1987/88.)
Voor de flyer van de voorstelling, zie: PDF (274.8 kio)
De eerste van Toneelgroep Amsterdam
Boom uit de tropen was de eerste voorstelling van het nieuwe theatergezelschap Toneelgroep Amsterdam. Dit gezelschap ontstond in 1987, uit de fusie van Toneelgroep Centrum en het Publiekstheater en onder artistiek leiding van Gerardjan Rijnders. Jan Ritsema werd hierbij gevraagd als partner van Rijnders.
Wat Jan voornamelijk aansprak in het stuk, was de directheid en helderheid van de taal. De personages nemen zogezegd geen blad voor de mond en vertellen openlijk en glashard wat ze van elkaar vinden. Zo vertelde Jan in een interview: "Omdat ze het meestal niet over koetjes en kalfjes hebben, elkaar dood willen hebben, er veel haat is, hebben die woorden en zinnen meestal een gedrevenheid. De hele familie loert op elkaar. In hun gedrag zijn ze onberekenbaar, er is een grote mate van grilligheid ten opzichte van elkaar.” (De Uitkrant PDF (2.7 Mio))
Mede omdat dit de eerste voorstelling was, werd de publiciteitscampagne groots aangepakt. Zo hingen er twee billiboards met affiches bij het Spui en bij Rokin, hingen er vlaggen met wimpels aan de Leidsekade en waren honderden fietsen van reclameflyers voorzien. Ook stond een maquette van het decor in een etalage van de Bijenkorf.
Een aantal foto’s van deze publiciteitscampagne staan links.
Tekstfragment
Ritsuko: Sinds enige tijd, ik weet niet precies sinds wanneer, praten Ikuko en Isamu elkaar een afschuwelijk verzinsel aan over dit huis. In het begin was het niets, een kiemmetje, maar nu is het gegroeid en gegroeid, als een boom uit de tropen, die je in kassen wel ziet, met van die groene, glimmende bladeren die steeds groter worden en waar er steeds meer van komen. Nu moet je bukken om het huis door te lopen, want anders kun je er niet langs. Kunt u ‘m zien?
Nobuko: Nee, ik zie hem niet. En als ik ‘m niet zie, betekent dat dat hij niet bestaat.
Ritsuko: Vanuit uw standpunt vast niet...Maar voor mij bestaat-ie, ik zie ‘m duidelijk voor me. Hij vult het hele huis, die eigenaardige boom. De kinderen hebben het zaadje een tijd geleden in de grond gestopt, ze hebben het water gegeven, voortdurend met zorg en aandacht omringd. Het is niet de soort begroeiing die hier uit zichzelf uit de grond schiet en hij past ook helemaal niet in dit landschap, maar door de moeite die de kinderen zich getroost hebben is hij overal, hier in huis.
Nobuko: Ik zie hem gewoon helemaal niet, die boom uit de tropen.
Ritsuko: Het is een droomboom, een produkt van hun verbeelding, even weinig tastbaar als overduidelijk bestaand, een absurde hersenschim. Toch draagt hij bloedrode bloemen en de kinderen zijn gefascineerd door die giftige bloemen. Een boom van het kwaad, Nobuko, als je dat maar weet; in hun fantasie hebben de kinderen zich ingebeeld dat wij er allemaal op uit zijn om elkaar te doden hier in huis.
> Boom uit de tropen, eerste bedrijf, vijfde toneel, p.19-20.
De volledig vertaalde toneeltekst is bewaard gebleven. Hierin staan ook een aantal notities en regieaanwijzingen van Jan: PDF (57.1 Mio)
Geannuleerd
Op 28 augustus 1987, drie dagen na de première, werd door de artistieke raad besloten de debuutvoorstelling te annuleren. De voorstelling werd niet goed ontvangen en het afvoeren van minder geslaagde stukken behoorde tot een belangrijk voornemen van het nieuwe gezelschap. In een brief aan alle medewerkers van Toneelgroep Amsterdam schreef Jan Ritsema het volgende:
"Omdat Boom uit de tropen niet aan de verwachting heeft beantwoord en met het vooruitzicht van redelijk geringe publieksbelangstelling in de tweede periode, waarin het in Theater Bellevue zou terugkomen, heeft de artistieke raad van het gezelschap besloten zaterdag 29 augustus de laatste voorstelling te spelen."
Boom uit de tropen werd vervangen door Ismene of het geblindeerde tuimelraam van Laurens Spoor. De regie was in handen van Gijs de Lange. De volledige brief en het persbericht zijn hier te lezen: PDF (903.3 kio)
In een interview met Jan in Vrij Nederland vertelde hij over zijn ’mislukking’ en over de kritiek van de pers. Achteraf gezien was het misschien niet het beste openingsstuk van Toneelgroep Amsterdam, veronderstelde hij. Hierbij haalde hij een opmerking van een recensent van het Haarlems Dagblad aan: "iedereen had van Ritsema vuurwerk verwacht en we kregen denkwerk." (Vrij Nederland, Piet Piryns 26 september 1987 PDF (1.9 Mio)
Over het vervolg van het nieuwe gezelschap vertelde Jan: "Toneelgroep Amsterdam is in elk geval geboren en het blijkt misschien niet de mooiste baby, maar dat is nog geen enkele garantie dat het geen mooie volwassene zal worden." (De Volkskrant, Marian Buys 31 augustus 1987 https://resolver.kb.nl/resolve?urn=...)
Toneelbeeld
Het decor en de kostuums waren het werk van de Belgische architect Charles Vandenhove. Na het bezoeken van een tentoonstelling van Vandenhove’s werk, vroeg Jan hem of hij de kostuums en het decor voor Boom uit de tropen wilde ontwerpen. Samen met Paul Gallis (lichtontwerp) ontstond er een nauwe samenwerking. Het resultaat bestond uit een gigantisch decor, met een wenteltrap, acht piramides op zwenkwielen en vierkanten waarin rode en witte transparanten zitten. Het onderste deel van de decorwand was grotendeels gemaakt van glas, waardoor de voeten van de personages constant zichtbaar waren. In een interview met Het Parool vertelde Jan: "De constante, onopgemerkte aanwezigheid van die anderen, wordt zo benadrukt. Er gaat dreiging van uit." (Het Parool, Marjo van der Meulen 22 augustus 1987 https://resolver.kb.nl/resolve?urn=...)
Ook de tekeningen van de kostuums zijn bewaard gebleven. Deze ontstonden vanuit een idee van Jan: PDF (4.9 Mio)
Hoewel deze eerste voorstelling van Toneelgroep Amsterdam werd geannuleerd, bleef het decor als kunstwerk voortbestaan. Een kunstverzamelaar toonde interesse in het werk van de Belgische architect en besloot het in zijn geheel te kopen.
Daarnaast vond er van 20 januari tot 14 februari 1988 een tentoonstelling plaats van het decor en de kostuums. Bij de opening (op 19 januari) gaf Jan een inleiding waarin hij vertelde over de voorstelling en de totstandkoming van het project. De uitnodiging is hier te bekijken: PDF (226.3 kio)
Meer informatie over Charles Vandenhove, het decor en de verkoop is te lezen bij pers onder het kopje ’het decor’.