Op 23 november 2004 ging Prater-Saga 2 in première bij de Volksbühne in Berlijn. Deze voorstelling was onderdeel van een reeks van drie werken, geschreven door de Duitse auteur en toneelschrijver René Pollesch. Na het eerste deel van de Saga, dat Pollesch zelf had opgevoerd, werd Jan Ritsema gevraagd om het tweede deel te ensceneren. Totdantoe had Pollesch alle opvoeringen van zijn tekst door anderen verboden. Jan was de eerste die zijn werk mocht regisseren. Toch verscheen na de première van dit tweede deel ’niet gelukt’ op de website van de Volksbühne. Jan’s enscenering werd direct na de première door Pollesch en de intendant van de Volksbühne, Frank Castorf, van de planken gehaald.
"Zo werd de première meteen een ’dernière’," schreef Jan in het Vlaamse tijdschrift Etcetera. Na drie weken repeteren aan Prater-Saga 2 moest deze voorstelling gedwongen stoppen.
Het gezelschap had toen enkel een generale repetitie en een première gespeeld. Volgens Jan verliep deze generale repetitie, waarbij Pollesch aanwezig was, erg slecht. Dit in tegenstelling tot de première, waar Pollesch niet bij aanwezig kon zijn. Over het concept van de voorstelling schreef Jan het volgende:
"Het concept van de opvoering bestond erin dat de acteurs René’s politieke discours overnamen en zich eigen maakten. Dat betekent dat de acteurs zich bij elke zin die ze uitspraken van de theoretische implicaties en metamorfosen bewust waren. Aan deze intelligente manier van acteren, waarbij er op het moment van de opvoering zelf nog (na-)gedacht wordt, hebben wij actief gewerkt."
Dat de voorstelling de ene avond zou slagen en de andere avond zou mislukken was volgens Jan onderdeel van zijn concept. Hij zag de voorstelling als een experiment, en stelde het risico en het engagement van de acteurs voorop, waarbij de tekst tijdens het uitspreken voortdurend opnieuw gedacht moest worden. Deze - door Pollesch benoemde - ’fragiliteit’ was nu juist de kracht van de voorstelling, aldus Jan:
"Mijn manier van theatermaken houdt in dat er altijd een risico bestaat dat de voorstelling compleet de mist ingaat. Voor mij is het existentiële karakter van het acteren erg belangrijk, het ’acteren op het moment zelf’. Maar die vorm van acteren kan ook volledig mislukken, wanneer de acteurs hun eigen aanwezigheid te veel controleren. Voor mij gaat het om de snelheid van het denken tijdens het spelen. Daarom werk ik graag met teksten die over abstracte dingen gaan en daarom ook bevallen René’s teksten me zo goed. Uiteindelijk draait alles in het theater om het risico de eigen aanwezigheid op het podium niet te controleren of te maskeren en zo een voorstelling van een ongrijpbare schoonheid, intensiteit, klaarheid van spelen en denken te laten ontstaan."
De ’mislukking’ op de avond van de generale repetitie leidde volgens Pollesch echter juist tot datgene waar zij zich beiden tegen probeerde te verzetten: sentimenteel, statisch en conventioneel theater. Pollesch lichtte dan ook toe dat zijn keuze tot annulering voornamelijk met een verkeerde inschatting wat betreft hun gedeelde opvatting over theater van doen had. Hij schreef:
"Bij Jan Ritsema was ik ervan overtuigd dat wij dezelfde inhoudelijke opvattingen over theater deelden. Onze gesprekken maakten snel duidelijk dat we het op dat vlak inderdaad met elkaar eens waren. Toch kwam het resultaat, zoals tijdens de opvoering van Prater-Saga 2 bleek, niet met onze overtuigingen overeen, maar voerde ten dele een representatief theater op, waarbij een stuk gewoon werd nagespeeld. Daarom is het niet de vraag of een opvoering of een enscenering al dan niet geslaagd is. Het gaat niet om succes of mislukking, maar het gaat erom of een specifieke opvatting over theater communiceerbaar is. En daar hebben we allebei een fout gemaakt."
In het tijdschrift Etcetera zijn verschillende artikelen en briefwisselingen tussen Castorf, Ritsema en Pollesch gebundeld onder de titel "Pollesch - Ritsema, autopsie van een conflict" (15 februari 2005).
Alle bovenstaande citaten komen uit deze publicatie: PDF (2.7 Mio)
Deze is ook online te bekijken via https://e-tcetera.be/pollesch-ritse....
Ondanks het conflict dat ontstond na de première van Prater-Saga 2, vertelde Jan ons dat het repetitieproces goed verliep. Pollesch was regelmatig bij de repetities aanwezig en hij en Ritsema waren het vaak met elkaar eens geweest.