In 1989 maakte Jan Ritsema in een productie van Stichting Cervelaat zijn eerste voorstelling met en voor jongeren. De voorstelling ging op 14 januari 1989 in première bij theater De Krakeling in Amsterdam.
Eén voor één verschijnen tien jongeren op het toneel. Ze dragen kleurrijke en excentrieke kleding. Van een verhaallijn of tekst is nauwelijks sprake. De spelers lopen rustig en ontspannen rond over de vloer. Ze kijken verstild de zaal in, veranderen van pose en vormen verschillende tableau vivants. De handelingen zijn minimaal, en ontvouwen zich traag en zorgvuldig. Er gebeurt vrijwel niets. In de hoek van de ruimte staan wat voorwerpen: een ladder, een schommelstoel, kapstokken met kostuums. De tijd verstrijkt. Het publiek kijkt en luistert.
Wanneer Jan werd gevraagd waar Het Heengaan over gaat, vertelde hij: "Dat is niet uit te leggen aan mensen." Op de vraag waarom hij besloot met kinderen te willen werken antwoordde hij:
"Het Heengaan is de mooiste voorstelling die ik ooit gemaakt heb. Het heeft mijn hart. Er zit weinig in voor het publiek. Het is geen makkelijke voorstelling. Wanneer je het als de zoveelste jongerenvoorstelling beschouwt, dan kom je bedrogen uit. Misschien is Het Heengaan gewoon saai. Erbarme dich uit de Matthäus Passion van Bach hebben we gebruikt. Maar waar ik bij deze kinderen, die ik gewoon als acteurs heb behandeld, het meest van onder de indruk was, is dat ze mijn kijk op de wereld herkennen. Naderhand heb ik veel ontdekt in het boek Het menselijk gelaat van de Franse filosoof in opkomst Emmanuel Levinas. Kinderen zijn kleine open mensen. Hun hele lotsbestemming ontvouwt zich in deze voorstelling. Dat is zo prachtig."
(Het Parool, Rob Malasch 14 januari 1989 https://resolver.kb.nl/resolve?urn=...)
In het Vlaamse tijdschrift Etcetera (juni 1989: jaargang 7, nummer 26) probeerde Marianne van Kerkhoven de voorstelling zo precies mogelijk te omschrijven, zonder te interpreteren. Het artikel is hier te lezen: PDF (1.3 Mio)